zondag 7 juli 2013

En we zijn vertrokken...

Of toch bijna.

Dag beste lezers van mijn blog.

Ik zit nu in de luchthaven van Sydney, klaar om mijn avontuur hier in Australië af te sluiten.

Binnen enkele uren stap ik op het vliegtuig en dan ben ik nog maar 2 vluchten en 27 uur reizen weg van België.

Mijn laatste week heb ik hier uiteraard niet stil gezeten.

Vanuit Auckland ben ik dinsdag terug gevlogen naar Sydney, om daar 1 nachtje te slapen en de volgende ochtend vroeg de bus te nemen richting Canberra.

Van woensdag tot vrijdag ben ik nog 3 dagen bij enkele vrienden die ik tijdens mijn cruise had leren kennen op bezoek geweest. Ze hebben mij de mooie hoofdstad van Australië laten zien. We zijn naar heel veel musea geweest en ik vond zo een portie cultuur ook wel leuk.
In 'the Australian mint' kon je zien hoe het Australische geld gemaakt wordt. Ik heb er zelf ook 1 dollar gemaakt met een speciaal teken op om te bewijzen dat die munt daar gemaakt is.

Vrijdag kwam ik dan terug aan in Sydney (na een zeer comfortabele busreis met gratis drinken, gratis WIFI en een stopcontact om mijn iPod op te laden). En omdat het mijn laatste 2 dagen waren moest ik zeker nog eens langs gaan bij mijn goede vrienden uit Oatley. Maarten, Ilse, Quinten, Casper en Corneel hebben mij weer met open armen ontvangen en het was weer heel leuk en gezellig.

Zaterdag ochtend hadden we nog een lekkere brunch met alle Belgische gezinnen uit Oatley (3 in dit geval, wat wel veel is voor zo een kleine suburb). Dat was heel gezellig. In de namiddag zijn we dan nog naar Cronulla geweest om even op het strand te spelen. Want ondanks het feit dat het hier eigenlijk winter is valt het weer in Sydney nog steeds heel goed mee. Rond de 20° denk ik zelfs.

Zondag zijn we dan nog naar de markt van de Rocks geweest waar ik nog enkele kleine souvenirs heb gekocht voor mijn gezinnetje. Zo heb ik ook ineens mijn Australische bankrekening leeg kunnen maken.


Deze reis was echt een ongelofelijke ervaring voor mij en een echt avontuur. Ik heb er enorm hard van genoten. Ik ben zo blij dat ik al die leuke dingen gedaan heb, mooie dingen gezien heb en fijne mensen heb leren kennen.  Jullie gaan een tevreden en gelukkige SoFie mogen verwelkomen. Uiteindelijk was mijn reis het meer dan waard en ben ik blij dat ik het risico genomen heb.

Nu ga ik mijn bagage inchecken en dan zie ik jullie hopelijk morgen terug in België.

Tot morgen!

Groenten en fruit

SoFie


zondag 30 juni 2013

North Island

Dag beste lezer van mijn blog,

Fijn u hier weer tegen te komen, ook als is het bijna gedaan... Het aftellen is hier toch stilaan begonnen, maar eerst nog genieten van mijn laatste week hier en natuurlijk nog een verslag van de voorbije week.

Vorige week zaterdag werd ik wakker in de gevangenis van Christchurch. Voor we naar Kaikoura reden hebben we nog eens een omweg gemaakt door de stad en toen zagen we nog veel meer schade van de aardbeving. Echt heel erg voor de locale bevolking. Het ergste van al is dat ze eigenlijk geen geld hebben om de stad te herstellen. Dan zouden alle 4,5 miljoen Nieuw-Zeelanders ineens veeel meer belastingen moeten betalen. 

Na deze tocht door het verwoeste Christchurch was het tijd om voor de 2de keer richting Kaikoura te rijden. Ik had gehoopt dat ik deze keer wel met de dolfijnen zou kunnen zwemmen, maar helaas het weer was zo slecht dat het weer niet door ging. Alle activiteiten waren afgelast, omdat de golven veel te hoog waren (op sommige plaatsen meer dan 10 meter). Heel veel mensen op mijn bus waren teleurgesteld, want ze wilden graag gaan whale watchen, maar dat ging dus niet door. 

Zondag reden we naar Picton om daar de ferry te nemen naar Wellington (het noord eiland). En we hadden geluk, want de dag voordien heeft de ferry zijn eerste tocht niet kunnen varen wegens veel te hoge golven. Het water was nog steeds heel wild, maar we zijn toch veilig in Wellington geraakt. 

Maandag was het een heel vermoeiende dag. We moesten in 1 dag van Wellington naar Auckland rijden met een tussenstop in Tongariro national park. (lange weg...)

Dinsdag begon ik dan officieel aan de trip rond het Noord eiland. We vertrokken 's ochtends vroeg om 7:30 uur en moesten nog veel mensen gaan oppikken, maar ook deze keer hadden we pech met onze bus. Na anderhalf uur vast te zitten in Auckland konden we dan eindelijk verder rijden richting Raglan. 
Raglan is een van de betere surfspots van  Nieuw-Zeeland. Daar heb ik dankzij een goed wetsuit nog een hele namiddag kunnen surfen, maar na enkele uren begon het toch koud te worden aan mijn tenen.
's Avonds hebben we met de hele nieuwe bus samen fish and chips gegeten en spelletjes gespeeld. 

De volgende dag was het tijd om richting Moureau en Rotorura te rijden. We deden een tussenstop bij de Waitomo caves waar we nog 4 uur de grotten zijn gaan verkennen. Ik deed de haggas honking holes     Een zeer mooie toch waarbij je moest rapellen (abseilen) en klimmen langs watervallen, kruipen door kleine gaten,... Het was zeer intensief en vermoeiend maar wel heel leuk. Onderweg kwamen we ook verschillende 'glowworms' tegen. 

Daarna reden we verder langs Rotorua naar Moureau. In Moureau waren we uitgenodigd bij een Maori familie om daar in een van hun heilige gebouwen naar een 'Maori cultural show' te kijken. Met lekker eten, een mooie avondwandeling langs enkele watervallen, een heuse show (met de haka en de poi) en nog enkele verhalen en legendes. Ik vond dit wel zeer interessant want we hebben echt heel veel bijgeleerd over de cultuur van de Maori en over hoe spiritueel ze wel niet zijn. 


Donderdag was het dan eindelijk tijd voor onze activiteiten in Rotorua. Ik heb daar een Freefall Xtreme gedaan. Dat is een soort van simulator van een skydive. Je zweeft boven een enorm grote ventilator die lucht blaast. Voor de mensen die ooit naar Nitro Circus hebben gekeken, daar doen ze dat ook. Ze zijn zelfs in 2011 komen oefenen op de freefall hier in Rotorua. En toeval of niet, maar de neef van Travis Pastrana (iemand van de Nitro Circus crew) was een van mijn begeleiders tijdens mijn freefall. Ik zal later het filmpje proberen op youtube te zetten. Hij is degene die af en toe mijn voeten vast heeft. Nadat iedereen klaar was met zijn leuke activiteiten reden we verder richting Taupo. Onderweg hebben we nog een tussenstop gemaakt bij een van de grootste modderpoelen ter wereld en een warme water stroom. In de warme water stroom zijn we even gaan pootje baden. 
Toen we aankwamen in Taupo zijn er nog enkele mensen gaan skydiven. Ik ben even naar het meer gaan kijken. Het meer van Taupo is het grootste meer van Nieuw-Zeeland. Prachtig daar!

En het gaat hier echt heel snel mijn laatste week, want de volgende ochtend was het weer al tijd om verder te rijden. Het laatste dorpje dat we tegenkwamen heet Whakahoro (je spreekt de Wh uit als F). Van daar reden we naar Blue duck Station de meest afgelegen plek waar je met de wagen kan geraken. Echt 'the middle of nowhere'. Het is een nog werkende boerderij waar ze heel veel schapen en koeien hebben. Maar omdat dat voor hun niet voldoende inkomsten oplevert doen ze ook een beetje aan toerisme daar. Ze hebben daar verschillende lodges waar je kan logeren en verschillende activiteiten die je kan doen. 
Ik heb samen met nog enkele andere mensen aan kleiduif-schieten gedaan.  Dat was wel leuk, maar moeilijker dan ik gedacht had. Het geweer is ook best zwaar. Daarna hebben we samen een groepsmaaltijd gekookt in onze lodge en 's avonds buiten rond het kampvuur gezellig samen gezeten. 

Zaterdagochtend vertrokken we al om 5:45 om op tijd aan te komen in National Park (waar ik vorige week ook al even een tussenstop had gemaakt toen ik van Wellington naar Auckland aan het rijden was). Sommige mensen gingen hier de Tongariro crossing doen. Die duurt meer dan 8 uur in de winter, dus moesten ze op tijd vertrekken om het voor het donker af te ronden. 
In het Tongariro national park kan je ook Mt Doom zien van Lord of the Rings. Heel mooi!

Zondag was  ik nog een extra nacht in National Park om maandag weer de bus te nemen richting Auckland en dan dinsdag naar Sydney te vliegen. Helaas heeft het hier bijna heel de dag geregend.

Maar ik wil wel nog even melden dat Nieuw-Zeeland echt een prachtig land is. Ik kan iedereen aanraden om hier eens naar toe te komen. Ik heb hier echt (bijna) een van de beste maanden van mijn leven achter de rug.

Volgende week rond deze tijd zit ik op het vliegtuig richting Brussel! Spannend seg.

Nu mag ik echt zeggen tot snel!

Heel veel groetjes en een dikke knuffel die ik jullie binnenkort in levende lijve kan geven.

SoFie

vrijdag 21 juni 2013

Sneeuwstormen, regen, en nog veel meer van dat leuks!

Kia Ora!

Op maandag vertrok ik dan met een volledig nieuwe bus (zowel het voertuig als de meeste inzittenden) richting het Zuiden van het Zuideiland.

Normaal gezien gingen we de eerste dag richting Gunns camp rijden om van daar naar Milford sound te gaan. Helaas was de weg naar Milford sounds gesloten en was het te hard aan het sneeuwen om naar Gunns camp te rijden. Uiteindelijk zijn we naar Te Anau gereden, ook een heel gezellig dorpje aan een prachtig meer.

Die avond zijn we naar Kon-Tiki gaan kijken. De film Noorse film gebaseerd op een van de expedities van Thor Heyerdahl. De cinema waar we naar de film zijn gaan kijken was een heel gezellige oude cinema met niet zo veel plaats, maar dat maakte het net beter. Wellicht een van de mooiste cinema's waar ik ooit al geweest ben.

De volgende dag vertrokken we richting Invercargill. Normaal gezien neem je in Invercargill de ferry naar Stewart Island. Waarschijnlijk de enige plaats in nieuw-Zeeland waar je overdag kiwi's (de vogel) kan zien. Maar omdat het nu winter is, zijn de prijzen van de ferry gestegen en is het hostel op het eiland gesloten. Wat wil zeggen dat je eigenlijk 260 dollar kwijt bent, om enkele uren op een eiland te zijn. Niemand van onze groep zag dit echt zitten.

In de plaats van naar Stewart Island te gaan zijn we naar een grot gegaan om een beetje aan speleologie te doen (of Caving zoals ze dat hier noemen). Dit was ook wel leuk. En dit was ook het enige moment tijdens onze trip dat het niet aan het regenen of sneeuwen was.

Daarna zijn we nog verder gereden naar de kust naar een plaats waar je als je geluk hebt zeeleeuwen kan zien. En wij hadden het geluk dat we er 2 konden bewonderen. Je moest wel op een veilige afstand blijven. De zeeleeuwen zijn veel groter dan de zeerobben die ik anderhalve week geleden zag. En ze durven je ook aan te vallen.

Daarna reden we verder terug naar Invercargill naar ons hostel. Ze hadden daar een piano (hij stond wel een beetje vals en niet alle toetsen werkten) en een groot scherm om films te kijken. Mijn medereizigers waren blijkbaar in de stemming voor nog al enge films, dus hebben we naar Silence of the lambs en the ring gekeken. Niet echt mijn favorieten, maar bon.

Aangezien we niemand moesten oppikken van de ferry naar Stewart Island mochten we de volgende dag een beetje uitslapen voordat we vertrokken. Tegen 11 uur waren we dan terug onderweg naar Queenstown waar onze zuidelijke lus eindigde.

Na een laatste nacht in Queenstown (en ook een fergburger, volgens de zaak de beste hamburgers van de wereld) was het tijd om naar Mt Cook af te reizen, de hoogste berg van Nieuw-Zeeland.
Helaas gooide het weer roet in ons eten. Normaal moesten we om 9 uur vertrekken, maar toen waren alle wegen nog gesloten. Wachten op een update om 10 uur, maar toen waren de wegen ook nog gesloten. Uiteindelijk zijn we om 12 uur vertrokken, maar niet naar Mt Cook want daar was het nog veel te hard aan het sneeuwen en de weg was nog steeds gesloten. Uiteindelijk zijn we naar Dunedin gereden. Onderweg hadden we weer problemen met onze bus. Het was dezelfde bus die 4 dagen geleden ook al niet meer mee wilde, maar blijkbaar hadden die 4 dagen in de garage niet zo veel uitgehaald... We hebben nog ongeveer 40 minuten aan de rand van de weg moeten wachten tot dat onze vervang-bus ons kwam ophalen. Maar uiteindelijk zijn we veilig en wel aangekomen in Dunedin. Een stad aan de kust die blijkbaar heel hard lijkt op het Schotse Edinburgh. De stad heeft ook de steilste weg ter wereld.

Ik vind het wel jammer dat we Mt Cook niet gaan kunnen bewonderen, maar in dit stadium ben ik liever op tijd op mijn eindbestemming dan ergens vast te zitten door de sneeuw.

Vandaag (vrijdag) zouden we normaal naar Rangitata gaan, maar weeral door de sneeuw hebben we dat plan moeten wijzigen. Dus nu brengen we de nacht door in een oude gevangenis klik hier voor meer info in Christchurch.
Onderweg naar Christchurch zijn we nog even gestopt de steilste straat ter wereld: Baldwin Street en bij de moeraki boulders. De stad Christchurch ziet nog heel hard af van de aardbeving enkele jaren geleden. Het hele stadscentrum is vernietigd en ze kunnen dat hier niet meer opbouwen omdat we daar niet genoeg geld voor hebben. Ze zijn zelfs nog steeds gebouwen aan het afbreken die niet meer bewoonbaar zijn.
Het is best wel gek om in een hostel te slapen dat tot 1999 een gevangenis was. Ik slaap letterlijk in een cel en alles lijkt nog op vroeger.

Hopelijk heb ik tijdens de rest van mijn reis niet meer zo veel last van het weer. In Wellington was het wel nog heel hard aan het stormen, dus ik hoop dat het daar niet meer zo hard stormt als ik daar ben.

Oh ja, om al enkele mensen hun vraag te beantwoorden:
Ik vlieg van Auckland naar Sydney op 2 juli. Dan breng ik nog 1 nacht door in Sydney, 2 nachten in Canberra bij vrienden van op de cruise en uiteindelijk nog eens 2 nachten in Sydney.
Dit wil zeggen dat ik op zondag 7 juli vertrek uit Sydney, om uiteindelijk op maandag 8 juli om 14.20 aan te komen in Zaventem.

Zo, dit was het al weer. Sorry dat er even geen foto's meer bijzitten, maar dat is hier nog al moeilijk met al die openbare computers.

Tot snel!

Heel veel groetjes,

SoFie

ps: wie nog meer filmpjes van mijn bungy en skydive wil zien, ze staan op mijn blog of gewoon op youtube. Normaal kan je ze wel vinden als je gewoon mijn naam intikt, dan naar mijn kanaal gaat en daar zouden ze moeten staan. Of kijk gewoon bij de vorige links op mijn blog...

zaterdag 15 juni 2013

Franz Josef, Wanaka en Queenstown

Goedemorgen beste bloggers!

En het blijft hier maar leuk in Nieuw-Zeeland! Alleen gebeurt er hier zo veel dat ik nu even heel goed moet nadenken wat ik wanneer gedaan heb en hoe dat ook weer ging.

Zoals ik in mijn vorige post al liet weten ben ik in Franz Josef op een gletsjer gaan wandelen.
We werden per 6 met de helikopter gedropt op de gletsjer om daar dan iets meer dan 3 uur rond te wandelen en spectaculaire dingen te zien. Daarna werden we weer opgepikt door de helikopter.

Omdat we met de helikopter de gletsjer bezocht hadden, mochten we gratis in de hot pools. Enkele hele grote warme baden om te gaan relaxen na onze hike. 36°C, 38°C en 40°C. Ik denk dat ik iets langer dan 4 uur in die hot pools heb gezeten. En nadien was ik heel relaxt.

Die avond hebben we nog eens met heel onze bus samen gegeten.

Na Franz Josef was het tijd om verder te rijden naar Wanaka. Tijdens onze rit naar daar hebben we nog enkele tussenstops gemaakt op mooie plaatsen om te wandelen, foto's te nemen en te genieten van het prachtige uitzicht.

In Wanaka zijn we even de stad gaan verkennen, maar tegen de tijd dat we daar aankwamen was het al avond, dus heel veel verkennen was het niet.
De volgende dag ben ik naar Puzzling World in Wanaka geweest. Daar hadden ze heel veel optische illusies, experimenten, puzzels en een heel groot doolhof. Eens iets anders dan al die prachtige natuur...

Na puzzling world zouden we normaal met onze vertrouwde oranje stray bus weer verder rijden naar Queenstown, maar onze bus was kapot. We moesten een beetje langer wachten om dan uiteindelijk door een bus van de bungy jump opgepikt te worden.

Dan konden we weer rustig verder cruisen in onze nieuwe fancy bus. We maakten ook een tussenstop bij de Kawarau brug. Dat is de brug waar AJ Hackett de eerste officiële bungy sprong van 43 meter van deed.

Queenstown is zo een beetje de hoofdstad van de avontuurlijke sporten (bungy springen, skydive, jetboat, rafting, skiën en snowboarden, ...).

Ik wilde heel graag gaan skiën dus op zaterdag ben ik met enkele mensen van de bus gaan skiën.
Gelukkig zijn de organisaties hier er op voorzien dat je misschien geen skibroek en ski jas bij hebt. Dat zit hier allemaal in de prijs als je het materiaal gaat huren. Het skiën was echt heel leuk. Een groot deel van de sneeuw was wel vals, maar toch. Toen we boven aankwamen was het aan het sneeuwen en het heeft bijna heel de dag verder gesneeuwd.
Omdat het hier het begin is van het ski-seizoen waren er nog maar 2 liften open. Gelukkig was dat meer dan genoeg om ons een hele dag bezig te houden en heel goed te amuseren.

Vandaag (zondag) heb ik voor de verandering nog eens iets heel zots gedaan. Een bungy jump van 134m. De hoogste van Australasia. Ik vond de skydive en het vliegen zo leuk vorige week dat ik nog eens wilde vliegen.
Dit was wel net iets spannender dan de skydive. Hier moet je helemaal zelf springen. Er is niemand die je uit het vliegtuig duwt (of in dit geval van het platform). Ik probeer een filmpje op youtube te zetten. Als dat lukt zal ik het later delen. Dan kunnen jullie zien hoe bang ik was net voordat ik moest springen. Maar let vooral ook op mijn gezicht als ik terug boven kom. Het was echt geweldig. Je kan echt vliegen. En omdat het zo hoog is ben je vrij lang (ongeveer 8 seconden) in vrije val.
Ik ben hier echt mijn grenzen aan het verleggen en ervaringen aan het opdoen die ik nooit meer zal vergeten.

Het leuke is dat de andere mensen op de bus ook echt heel leuk zijn en dat we elke avond gezellig samen zijn en fijne dingen doen. Helaas gaat vanaf nu de groep een beetje opgesplitst worden. Maar we hebben al enkele reünies zitten plannen.

Morgen vertrek ik uit Queenstown om nog verder naar het Zuiden van het Zuideiland te gaan.

Tot de volgende!

SoFie

dinsdag 11 juni 2013

Picton, Abel Tasman, Punakaiki,...

Na mijn fantastische eerste 2 dagen waar ik al was gaan walvis spotten was het tijd om nog meer richting het Noorden van het Zuid eiland te gaan.

Daar ben ik 1 nacht in Picton gebleven, om dan de volgende dag opgepikt te worden en richting Abel Tasman te rijden (Marahau).
Op de nieuwe bus zat de sfeer er meteen in. Een heel leuke groep en een super goede gids/chauffeur.

Abel Tasman is normaal de zonnigste plek in Nieuw-Zeeland, maar toen wij er waren heeft het alleen maar geregend. Behalve de laatste ochtend, maar dat komt later.

We hebben naar de rugby match gekeken tussen de all blacks (Nieuw-Zeeland) en Frankrijk. Er zitten ook 2 Franse jongens op onze bus, dus die waren fanatiek aan het supporteren voor het Franse team. Helaas niet hard genoeg want Frankrijk verloor met 13 tegen 23. Wegens het slechte weer en mijn zware verkoudheid heb ik niet zo veel gedaan in Abel Tasman. We hebben enkele spelletjes gespeeld en naar 2 films gekeken (waaronder de hobbit, en toeval of niet, maar die dag waren we net langs een van de landschappen uit de film gereden).

Maandag ochtend was het tijd om te vertrekken uit Marahau (vlak bij Abel Tasman) en richting Punakaiki te rijden.
Al had ik wel nog een heel fijne activiteit gepland in de ochtend om het goede nieuws te vieren dat ik eerder in Nieuw-Zeeland ontvangen had. Samen met nog 3 andere jongens gingen we een skydive (parachute springen) doen boven het Abel Tasman national Park. Dit is de enige plek in Nieuw-Zeeland waar je een skydive kan doen die uitzicht heeft over zowel het Noord als het Zuid eiland. Al konden we wel maar een klein stukje van het Noordeiland zien.
Het uitzicht was echt fantastisch. Ik ben gesprongen van 16500ft. Dit is iets meer dan 5km hoogte. Omdat we van zo hoog sprongen kregen we de laatste 5 minuten een zuurstof masker. Dit wou ook zeggen dat ik ongeveer 90 seconden in vrije val was tegen ongeveer 200km per uur. Vrij indrukwekkend allemaal! Je ziet de oceaan, bergen met sneeuw, meren, fruitplantages,... Het beste uitzicht ooit. Ik ben er nog altijd niet goed van.

Daarna kwam de bus ons oppikken en was het tijd om richting de pancake rocks te rijden in de buurt van Punakaiki.

's avonds hadden we met onze groep een soort van 'komen eten'. We logeerden in verschillende lodges en elke lodge moest iets koken voor de anderen en voor entertainment zorgen. Een zeer gezellige avond.

Dinsdag hebben we een mooie wandeling gemaakt in de buurt van Punakaiki, onderweg naar Franz Josef.

Morgen worden we met een helikopter afgezet op de gletsjer van Franz Josef. Daar doen we dan een wandeling van ongeveer 3 uur, om daarna weer opgepikt te worden door de helikopter.

Leuk leuk!

Het internet is hier blijkbaar graag traag, dus jullie zullen nog even moeten wachten op mijn foto's.

Een stevige linker!

SoFie

donderdag 6 juni 2013

Nieuw-Zeeland, Christchurch en Kaikoura

Dag vrienden,

Ik ben nog maar 1 dag in Nieuw-Zeeland, maar het is hier echt geweldig!
Zelfs de luchthaven van Christchurch was al de moeite waard. Ipv saaie witte muren hebben ze overal (zelfs in de gang tussen het vliegtuig en de terminal) enorm grote foto's van alle mooie landschappen hier.

Ik ben hier nu ongeveer 30 uur en dit heb ik al gezien:
- 2 potvissen
- 15 dolfijnen
- 1 baby orka met haar mama
- 1 zeerob in de zee
- 1 blauwe walvis
- 30 zeerobben op een rots
- ongeveer 100 baby zeerobben bij een waterval waar ze niet opgegeten kunnen worden door orka's of andere dieren.
- Een landschap zoals in de shire bij lord of the rings en heel veel mooie bergen met sneeuw op de top.

Een langere update volgt later.

Groetjes,

SoFie

dinsdag 4 juni 2013

Het prachtige Tasmanië

Goedemorgen lieve lezers!

Mijn avontuur hier in Australië zit er nu bijna op. En om al een beetje te wennen aan hoe Nieuw-Zeeland er uit zou zien (en de koude daar) ben ik nog even afgezakt naar het meest Zuidelijke punt van Australië dat volgens vele mensen een beetje op Nieuw-Zeeland lijkt, namelijk Tasmanië. 

En ik kan jullie 1 ding zeggen, ondanks het koude weer was Tasmanië echt weer een topper. Moest ik ooit om een of andere bizarre reden besluiten om toch naar Australië te verhuizen (maar laat ons eerlijk zijn, die kans zit er niet echt in, aangezien ik hier beseft heb hoe graag ik in België en Europa woon en hoe een leuke vrienden en familie ik wel niet heb) dan zou ik denk ik het liefst in Tasmanië wonen. 

Enkele weetjes over Tasmanië:

- De oppervlakte van Tasmanië is 68 401 km2 (ter vergelijking, België meet 30 528 km2), Tasmanië is dus meer dan dubbel zo groot als België.
- Er wonen 512 100 mensen (ter vergelijking 10 438 353 in België in 2012). Heel veel ruimte voor niet zo veel mensen. 
- In Tasmanië wordt 40% van de geneeskundige opium gekweekt in de wereld. Daarmee is Tasmanië de grootste voorziener. Gevolgd door Turkije op de 2de plaats met 20%.
- Ze wekken hier heel veel groene energie op, vooral door de kracht van het water. Ze verkopen heel veel van deze groene energie aan Melbourne. 
- In Launceston hadden ze de eerste stad van Australië die volledig verlicht was door middel van waterkracht (groene energie).
- De oudste brug van heel Australië werd in Richmond gebouwd (vlak bij Hobart)
- Na Sydney zijn Hobart en Launceston de 2de en 3de oudste steden van Australië
- Ze doen hier heel veel aan landbouw en tuinbouw in Tasmanië en daarbij zijn ze een van de weinige plaatsen waar ze nergens genetisch gemanipuleerde producten gebruiken. 
- Volgens sommige mensen is het water in Tasmanië het zuiverste water van de wereld, vooral het water rond Cradle mountain. (Een andere bron liet mij echter weten dat het meest zuivere water ter wereld in de vorm van ijs op de zuidpool te vinden is, maar het is toch al dicht bij).
- De Tasmaanse tijger is hier helaas uitgestorven, doordat de eerste bewoners van Australië dachten dat hij hun schapen op at. Hoewel het eigenlijk hun eigen honden waren die de schapen op aten. Hierdoor kreeg je 1 pond voor elke Tasmaanse tijger die je dood schoot. Helaas zijn er daardoor nergens meer Tasmaanse tijgers te vinden, weer een dier dat is uitgestorven enkel en alleen door de mens. 
- Tasmaanse duivels kom je ook niet zo vaak meer tegen omdat blijkbaar heel veel van deze duivels een soort van kanker hebben en ze hierdoor sneller sterven. In gevangenschap zijn ze nu bezig om heel veel gezonde duivels te kweken, maar ze kunnen die nog niet in het wild loslaten, want dan zouden deze gezonde dieren ook besmet kunnen geraken met deze soort van kanker (het is namelijk besmettelijk). Op een ander eiland in de buurt van Tasmanië hebben ze al wel enkele duivels losgelaten, omdat er daar geen wilde duivels aanwezig zijn. Deze blijken het relatief goed te doen. 

Genoeg weetjes voor vandaag. Tijd om jullie te laten weten wat ik hier allemaal gedaan heb. 

De eerste 2 dagen heb ik niet zo heel veel gedaan hier in Hobart. De stad een beetje gaan verkennen, mijn uitstappen plannen, een beetje lezen en ook eens rusten. Ik merk dat al dat reizen soms toch ook vermoeiend kan zijn, zeker als je praktisch elke dag uitstappen maakt. Deze 2 dagen het rustig aan doen waren daarom welgekomen. 

Voor het eerst sinds december ben ik ook nog eens gaan pubcrawlen. Het nieuwe woord voor een soort van kroegentocht. Normaal doe ik niet mee met dit soort dingen, maar de mensen in het hostel waren zeer leuk en ook iets ouder dan de gemiddelde andere reiziger. Het was een heel gezellige avond. In een aantal van de café's hadden ze een gezellig houtvuur of live muziek. Dat maakt het nog veel fijner. En ik moest uiteraard van op een afstand Dorien haar verjaardag mee vieren.

Elke zaterdag heb je in Hobart de Salamanca markets. Een markt waar je heel veel verschillende producten kan kopen. Veel specialiteiten van Tasmanië en lokale producten. Het was echt een heel gezellige markt, met veel buskers (straatmuzikanten). Zelfs enkele schotse doedelzakspelers. Ik heb wel zeker 3 uur rondgekuierd langs alle verschillende kraampjes op de markt. Zo veel interessante producten! 

Daarna was het tijd om mijn bagage op te pikken en op de bus te springen van Hobart naar Launceston.  Zondag ging ik namelijk een uitstap maken naar Cradle mountain (de 5de hoogste berg van Tasmanië, en ook de mooiste en beroemdste) en deze uitstap vertrekt enkel van in Launceston. 

Net als Hobart in Launceston een niet zo grote stad maar wel gezellig. Aangezien ik zondag vroeg uit de veren moest ben ik vrij vroeg gaan slapen. 





Goede muzikanten!

Salamanca Markets

Salamanca

Zondag was het dan tijd voor mijn uitstap naar Cradle mountain. De berg komt aan zijn naam omdat hij 2 toppen heeft en het lijkt een beetje op een babywieg tussen deze  2 toppen. Op weg naar het Nationaal park maakten we enkele tussenstops in andere dorpjes die zeker de moeite waard zijn om te bezoeken. Westbury, Deloraine (met heel veel kunst en standbeelden), Railton (waar ze net zoals in "Edward scissorhands" heel veel mooi gesnoeide buxus hagen/beelden hebben), Sheffield (met heel veel prachtige muurschilderingen. Elk jaar is er een wedstrijd met de mooiste muurschildering), Latrobe (waar er een uitgeweken Belg een beroemde chocoladefabriek heeft, heel lekker!), ... 

Het is nu officieel winter in Australië, dus er zijn niet zo veel toeristen meer. Normaal hebben ze ongeveer 10 mensen die op uitstap gaan, wij waren maar met 2. Buiten mezelf en de gids was er nog een jongen uit Denemarken die net 4 maanden in Nieuw-Zeeland heeft zitten reizen. Hij heeft veel verteld over Nieuw-Zeeland en nu heb ik er nog meer zin in. 

Aangezien het weer niet ideaal was konden we Cradle mountain zelf niet beklimmen. Maar we hebben wel een stevige klim gedaan richting Marions lookout. Daar had je een heel mooi uitzicht op de berg en op het Dove meer. Na het beklimmen van deze iets lagerere berg hebben we nog rond het meer gewandeld. Een zeer mooie wandeling met verschillende landschappen. Je kon het water van het meer gewoon drinken. Zeer fris en lekker. Na de wandeling bezochten we nog de hut van een van de eerste mensen die hier in deze regio woonde. Een bushranger die heel zijn hut zelf gebouwd had. 
Daar zag ik voor het eerst enkele wilde wombats. Ze kwamen heel dicht. 

Daarna was het tijd om weer richting Launceston te rijden, want Emil en ik moesten die avond allebei de bus nemen terug naar Hobart voor onze volgende uitstappen. Onderweg zijn we nog gestopt bij een beroemde kaasfabriek waar ze heel speciale kazen maken en heerlijke melk en yoghurt. Daarna nog even een van de elektriciteitscentrales bezocht die haar energie haalt uit het water. 



Een muurschildering in Sheffield

Dove lake



Cradle mountain (voor de helft in de wolken, maar je kan de wieg wel zien)


Rechts zie je het dove meer, daar hebben we helemaal rond gewandeld)

Cradle mountain (iets minder in de wolken)

Wilde wombat

Wombat

Het huis van de eerste bewoner van Cradle mountain national park.


De volgende dag heb ik een uitstap gemaakt naar de Tahune airwalk (iets zoals wandelen door de bomen in planckendael, maar dan langer en met een iets ander uitzicht) en langs de swining bridges over de huon en picton rivier. Deze wandelingen waren heel mooi. Jammer genoeg was het aan het regenen.
Na deze 2 prachtige wandelingen reden we verder richting Hasting caves. Een van de weinige openbare grotten in Australië. Daarvoor maakten we nog een kleine tussenstop voor de lunch. Waar we stopten was er een natuurlijke warmwater bron. Met dat water hadden ze een zwembad gevuld waar het heel het jaar lang ongeveer 28°C was. De buitentemperatuur was ongeveer 14°C dus het water voelde lekker warm aan. Daarna hebben we nog een kleine wandeling gemaakt om te proberen een vogelbekdier te spotten, helaas pindakaas hadden ze zich ergens verstopt. 

De grot zelf was, zoals elke grot, donker maar wel heel mooi. Enkele houthakkers hadden de grot ontdekt toen ze illegaal op iemands privé domein hout aan het hakken waren. Onze gids vertelde heel veel interessante dingen. Ik hou wel van grotten. 

Weeral een zeer geslaagde dag!



Zeer speciale boom.


De airwalk in Tahune

De 2 meisje uit Colombia die meer op uitstap waren.

Swinging bridge over de huon rivier. Beweegt meer dan je denkt!

Mooie regenboog!

Natuurlijk verwarmd zwembad.

Hastings cave





 Mijn laatste uitstap was naar Port Arthur. Dit was een van de eerste gevangenissen die ze hier in Australië bouwden voor gevangenen die een 2de misdrijf pleegden hier in Australië.

Onderweg naar Port Arthur hebben we een mooie wandeling gemaakt langs de kustlijn. Dit was weer een mooie wandeling. Het leek wel een beetje op de great ocean road.




In port Arthur heb ik eerst een korte rondleiding gevolgd en dan daarna nog een boottocht gemaakt die langs 2 eilanden ging. Het eerste eiland was het kerkhof, waar ze alle dode gevangenen en bewakers/soldaten hadden begraven. Het 2de eiland was de eerste gevangenis voor jongens. In die tijd was je verantwoordelijk voor je eigen daden vanaf 7 jaar. Je kon ter dood veroordeeld worden vanaf 9 jaar. Het was uiteraard niet zo gunstig om deze jonge kinderen in de gevangenis te stoppen bij de volwassenen. Dus hadden ze alle jongens verzameld op een eiland, waar ze de eerste gevangenis voor jongens hadden. Maar deze gevangenis is niet zo lang open geweest. 








Het was zeer interessant om de gevangenis te bezoeken, maar ook wel een beetje triest. Zeker als je dan de verhalen leest van hoe ze de gevangenen hier behandelden.

Onderweg naar huis zijn we nog gestopt bij een andere speciale chocoladefabriek. Federation chocolat. Hier maken ze chocolade met speciale smaken. Appel, drop, aardbei,...
Federation chocolat, speciale smaken, zoals appel.
 Daarna stopten we nog in Richmond waar ze heel veel oude gebouwen hebben, en ook de oudste brug van heel Australië.
De oudste brug van Australië in Richmond.

Tasmanië was echt de moeite waard om te bezoeken. Ik heb hier ook enorm genoten van het uitzicht als we met de bus aan het rijden waren. Heel veel prachtige weilanden vol met schapen, bossen, fruitbomen,... En enorm veel open ruimte. Het is ook een eiland met heel veel mogelijkheden. Je kan hier skiën, surfen, windsurfen, duiken met zeehonden, naar de steden gaan (die niet te druk zijn), zeilen, wandelen, 10 daagse hiking tochten maken,... Ik heb er enorm van genoten. Een mooie afsluiter van mijn tijd hier in Australië.

Nu ben ik nog een allerlaatste dag in Melbourne en deze avond vlieg ik richting Christchurch in Nieuw-Zeeland. Daar doe ik een tour met de stray travel. Hier kan je zien wat ik allemaal ongeveer ga doen.

Dit was het voorlopig.

Tot schrijfs!

Een stevige linker,

SoFie

maandag 27 mei 2013

Kings Canyon (Watarrka), Olga's (Kata Tjuta), Ayers Rock (Uluru)

Dag vrienden van ‘De avonturen van SoFie in Australië’

Ik heb al zo veel geweldige en mooie dingen gezien hier in Australië, maar naar mijn persoonlijke mening is er niets dat kan tippen aan mijn trip van deze week.

Deze week ben ik namelijk naar ‘the red centre’ (het midden van Australië) geweest.
Het bekendste hier is Uluru of Ayers rock, en jullie hebben waarschijnlijk allemaal al wel een foto gezien van deze enorm grote monoliet. Maar dat is niet het enige in deze streek dat zo prachtig en mooi is.

Dinsdag 21/05 nam ik het vliegtuig van Melbourne richting Alice Springs.
Daar had ik een hele dag om rond te lopen en de stad een beetje te verkennen. Al is het wel een raar concept, zo een stad midden in de woestijn. Je hebt enkele grote straten met winkels en cafés verschillende aboriginal gebouwen, …  Buiten de normale gebouwen die je in een stad kan vinden was er echter niets. Tijdens de rit van de luchthaven naar de stad zie je geen enkel huis, geen enkel teken van leven (buiten enkele vogels en andere dieren misschien).

Ik vond de stad Alice Springs zelf niet zo heel bijzonder. Het was wel de eerste keer dat ik zo veel ‘normale’ aborigonals tegen kwam in een stad. Maar ik ben natuurlijk niet naar hier gevlogen om Alice Springs te bewonderen, ik ben naar hier gevlogen voor de beroemde ayers rock en de andere mooie natuurfenomenen.

Woensdag ochtend om 6:00 werden we opgepikt aan ons hostel door onze gids en chauffeur Josh.  Na nog een korte stop bij het reisbureau van de rock tour, waar we nog enkele last minute dingen moesten oppikken vertrokken we richting het Westen, richting Kings Canyon, Uluru en Kata Tjuta.

Onderweg kwam je zelden iets tegen. Af en toe eens een tankstation waar dan meestal ook een kleine winkel aan verbonden was, een ‘camel farm’ (waar ze enkel dromedarissen hadden, maar dat noemen ze hier ook kamelen), een koeienboerderij en dat was het ongeveer.

Je rijdt ongeveer 400 km in het midden van de woestijn met heel weinig leven om je heen. Zeer speciaal vond ik dat.




Onze eerste stop (buiten de tankstations) was Kings Canyon of Watarrka national Park. Hier deden we een stevige wandeling van ongeveer 3 uur langs ‘heartattack hill’ (deze steile beklimmen heeft zijn naam te danken aan het feit dat er al veel mensen een hartaanval hebben gekregen), The Lost city, Garden of Eden en de waterval in de Canyon. Boven deze rotsen was vroeger een inlandse zee. In sommige rotsen kon je nog de restanten zien van deze zee (golven van het zand, fossielen,…).












Daarna was er een lange rit richting ons kamp (met een stop om hout te verzamelen voor ons kampvuur en daarna een stop om de zon te zien ondergaan). Als ik zeg kamp, stel je dan alstublieft niet te veel voor. Er was een toilet (een gat in de grond met een toiletpot erboven en 4 ijzeren platen rond), een afdak en een cirkel om vuur te maken. 

Aangezien het al donker was, moesten we snel een vuur maken om te kunnen koken. We kookten met een speciale pot en pan die je in het vuur kan zetten.  Allemaal heel basic en avontuurlijk.

Een gezellige avond rond het kampvuur met een heerlijk zelf gekookte maaltijd in het vuur en daarna was het tijd om in onze ‘swag’ te kruipen. Een swag is een vrij goed matje (zoals de dikke van nomad of zo die zichzelf opblazen) met daarboven een beetje tent stof (geen synthetische, maar van de stevige dikke donkergroene van oude patrouille tenten) waar je als een slaapzak moet inkruipen.  Je kan als je dat wil een flap over je hoofd leggen, maar dan kan je moeilijk ademen. Ik heb gewoon met mijn hoofd in de open lucht geslapen. Een hele ervaring. En eigenlijk best wel leuk.
Ik had verwacht dat je met een kleine flexibele stok er echt wel een soort van mini tent van zou kunnen maken, maar dat was niet het geval.
Deze afbeelding komt van google, maar zo ziet het er ongeveer uit. Ik kon zelf geen foto nemen want het was bij ons altijd pikdonker.


Om 5:30 werden we door Josh gewekt en was het tijd om ons kamp op te breken, te ontbijten en de zonsopgang te gaan bewonderen. Het was nog steeds pikdonker tijdens het ontbijt. Gelukkig hadden sommige mensen hun zaklantaarn meegenomen. 

Daarna reden we richting Uluru-Kata Tjuta National park. Enkele uren verderop. 




Onze eerste stop was de olga's of Kata Tjuta. Hier hadden we weer eens stevige wandeling van iets minder dan 4 uur. De rotsen hier zijn van een ander materiaal gemaakt dan degene van Kings Canyon. 

Het leuke/mooie aan het binnenland van Australië is dat het veel langer dan Europa ongestoord zijn gang heeft kunnen gaan. Buiten de aboriginals (en die lieten de natuur volledig zoals hij was) kwamen hier nooit mensen tot in de 19de eeuw. Je kan dat hier echt nog zien hoe weinig invloed de mens gehad heeft op het landschap. Terwijl we in Europa druk aan het bouwen waren, bossen aan het kappen, dammen bouwen, snelwegen aanleggen,... kon hier de natuur gewoon zijn gang gaan. Het is echt een speciaal gevoel om hier voor uren rond te rijden en buiten die ene weg niets te zien. 

Hier in het red centre is het eigenlijk een woestijnlandschap, maar wel een met veel vegetatie. 

Even een weetje:
Australië is het enige land ter wereld waar er nog wilde kamelen zijn. En moesten de Arabieren geluisterd hebben naar de Australische regering dan waren er nu geen meer. In plaats van de 100 kamelen (eigenlijk zijn het dromedarissen, maar dat is blijkbaar hetzelfde in het Engels) die ze gebruikt hadden om de wegen en stad hier in het midden van Australië aan te leggen dood te schieten (wat de Australische regering hen had gevraagd, aangezien de beesten hier geen natuurlijke vijanden hebben) lieten ze de dromedarissen (camels) gewoon vrij. Ondertussen zijn er naar schatting ongeveer 2 miljoen wilde dromedarissen. Sommige dromedarissen temmen ze en die gebruiken ze dan om mee te racen. 





Na de wandeling in Kata Tjuta (Olga's, wat letterlijk vertaald vele hoofden betekent) gingen we richting het cultural centre in het park. Dit centrum ligt aan de voet van Ayers Rock (uluru). Helaas mocht je hier nergens foto's nemen uit respect voor de cultuur van de Anangu. 

Het was wel heel interessant om al de verhalen hier te kunnen lezen en filmpjes te zien over de 'droomtijd'. Een soort van scheppingsverhaal van de aboriginals. Heel veel van deze verhalen speelden zich af op of rond uluru en je kan nu nog steeds de restanten zien en de stukken rots die de verhalen uitbeelden. Er was ook een galerij waar je originele aboriginal kunstwerken kon kopen (instrumenten, schilderijen, versierd houtwerk,...)

Na een beetje cultuur was het weer tijd voor de volgend wandeling, de mala wandeling. Ongeveer 2 km aan de voet van Uluru. 



Na een beetje cultuur was het weer tijd voor de volgend wandeling, de mala wandeling. Ongeveer 2 km aan de voet van Uluru. Tijdens deze wandeling vertelde onze gids nog enkele verhalen en liet hij ons de rotsschilderingen zien. Hij vertelde enkel oude verhalen van de Tjukurpa. Je zou Tjukurpa de  godsdienst van de aboriginals kunnen noemen, maar het is hun geschiedenis, heden en toekomst. Hun wetten van hoe ze moeten leven en waar ze wonen, wie hun familie is, al hun verhalen,... 

Hij legde ons ook uit waarom we Uluru best niet beklimmen. Uit respect voor de Anangu, voor het milieu, uit veiligheid,... 
Volgens de Anangu mocht enkel de leider van de ceremonie Uluru beklimmen, als opening van de ceremonie. Deze oudere plaatste dan een soort van vlag op de top om zo de ceremonie voor geopend te verklaren. Moest je als 'toerist' Uluru beklimmen dan betekent dat in hun ogen dat jij jezelf als ceremonie leider beschouwt en daar moest je normaal heel veel proeven en testen voor hebben afgelegd. In totaal zijn er ook al 36 mensen gestorven tijdens de beklimming van Uluru (onofficieel zouden het er 120 zijn). Altijd als er iemand sterft voelen de Anangu zich verplicht om een 'sorry'-ceremonie te houden, dus moeten ze heel de stam uitnodigen en heel veel energie steken in zo een ceremonie. 
Daarnaast laten de mensen die Uluru beklimmen daar helaas veel afval achter. Als het dan regent komt al dat afval via watervallen terecht in de waterpoelen rond de rots. Vroeger kwamen heel veel dieren water drinken rond deze poelen, maar omdat het water nu zo vervuild is door het afval van de toeristen die de rots beklimmen komen de dieren niet meer. Hierdoor verandert de vegetatie rond de rots. 
Als laatste kan je nu 1 grote witte lijn zien op de rots die er normaal niet zou zijn, maar die daar nu wel is omdat alle klimmers er een pad in afslijten. 

Een tijdje geleden wilde de Australische regering uit respect voor de aboriginals de klim sluiten. Officieel zijn de aboriginals nu weer eigenaar van het land, maar zij kunnen de klim niet sluiten. 
De raad die moest beslissen of ze de klim gingen sluiten of niet bestaat uit 20 mensen. 19 mensen gingen akkoord om de klim te sluiten, maar 1 man weigert de klim te sluiten omdat hij denkt dat er dan minder toeristen naar het park gaan komen en er dan minder geld binnen komt. Dus nu zitten ze een beetje vast, want ze kunnen de klim enkel sluiten als iedereen in de raad akkoord gaat. Die ene meneer heeft nu als compromis voorgesteld dat als er minder dan 20% van de mensen die het park bezoeken de rots beklimmen, dat hij dan de rots zal sluiten. Momenteel klimmen er ongeveer 26% van de mensen die het park beklimmen de rots. De meeste zijn Australiërs die vinden dat de rots even zeer van hun is als van de aboriginals en de andere grote groep zijn Japanners. Want in Japan is Uluru beklimmen iets waardoor je meer respect krijgt en een soort van hogere status. De reisbureau's daar vragen expliciet aan de gidsen en aan hun personeel om niet uit te leggen aan de Japanners dat het eigenlijk een belediging is voor de Japanners. Omdat ze denken dat als de Japanners de rots niet meer kunnen beklimmen, ze het park ook niet zouden bezoeken en daardoor zouden ze ook weer veel geld verliezen.

Heel jammer dat het uiteindelijk allemaal in geld draait, in de plaats van respect te hebben voor andere culturen.


Rotsschilderingen in de teaching cave.



Een beeld uit een van de verhalen.

Uluru bij zonsondergang met de maan links boven.


Uluru bij zonsopgang.

Aan het genieten van de zonsopgang van op de trailer van onze bus. Het was nog koud dus ik had een slaapzak aan.
Na deze prachtige zonsopgang was het tijd voor onze laatste wandeling.
We deden de basewalk: de wandeling van ongeveer 12 km (wij deden er maar 10, want we hadden gisteren de andere 2 al gedaan tijdens de mala walk) rond Uluru.

Het was leuk dat je ook hier bij sommige plaatsen de verhalen kon lezen van de Anangu. Op sommige plaatsen rond Uluru mocht je geen foto's maken omdat deze plaatsen heel gevoelig zijn voor de aboriginals.
Dit was een heel mooie wandeling, maar het was wel een beetje koud door de wind.

Mutitjulu waterpoel. De zwarte lijnen is waar het water soms stroomt.

Na de base walk was het tijd om terug richting Alice Springs te rijden. Het is ongeveer 400 km van Uluru naar Alice Springs en onderweg gingen we nog stoppen bij een 'Camel' (dromedaris) boerderij.

Tijdens de lunch hadden we nog een mooi uitzicht over een meer en mt Connor (voor foto's zie facebook).

Aangekomen in de camel farm was het tijd voor een ritje op een dromedaris. Als de dromedaris normaal aan het wandelen is voelt het vrij normaal, een beetje zoals paardrijden, alleen met iets meer beweging. Maar na een tijdje liet de begeleider de dromedarissen echt lopen en dan was het bijna onmogelijk om in het zadel te blijven zitten. Ik moest echt heel hard lachen, zo plezant!

Een ritje op een dromedaris!



Na het ritje op de dromedaris heb ik nog enkele foto's genomen van de andere dieren die daar rondlopen. Kangoeroe's (met baby's in hun buidel), een dingo, emoe's, lama's, vogels,... 




Terug aangekomen in Alice Springs hebben we nog een laatste groepsfoto gemaakt. Daarna ging iedereen naar zijn hostel en 's avonds hadden we allemaal afgesproken om ergens samen te gaan eten. Toevallig was er in dat restaurant/café live muziek die avond. Een extra bonus! 

Heel deze trip was denk ik de beste of toch zeker een van de beste dat ik tot nu toe gedaan heb!

Na nog een nacht in Alice Springs te slapen nam ik dan terug het vliegtuig naar Melbourne. In Melbourne had ik nog afgesproken met een koppel dat ik op de cruise had leren kennen. Zij nodigden mij uit om bij hun thuis te blijven slapen en nog enkele toeristische dingen te doen op zondag. 

Het was fijn om hen nog eens te zien. Op zondag zijn we dan naar Fort Nepean gegaan, met allemaal oude bunkers van tijdens WO 1 en 2. Dat was eens iets anders. 

Nu zit ik in een hostel in Melbourne, want morgen vlieg ik richting Hobart (Tasmanië) dat gaat ook nog een avontuur worden. Ik blijf 7 dagen in Tasmanië, vlieg dan terug voor 1 nacht naar Melbourne (dat kwam goedkoper uit) om dan naar Nieuw-Zeeland te trekken waar ik ongeveer 27 dagen ga blijven. 

Het einde komt stil aan in zicht, maar zoals ik al zei ik blijf hier zeker nog genieten van de kleine en de grote dingen. 

En ik denk dat je jezelf nu proficiat mag wensen als je alles hebt gelezen! (Hopelijk heb ik niet te veel fouten geschreven, maar ik heb geen tijd om het na te lezen wegens heel slecht en heel traag internet hier). 

Heel veel groetjes en een dikke knuffel!

SoFie